Vlampunt en ontstekingspunt zijn beide eigenschappen van vloeibare of gasvormige brandstoffen, en hun verschillen zijn:
Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij een vloeistof- of gasmengsel bij een bepaalde temperatuur brandbare gassen kan produceren door vuur te sproeien. Wanneer de temperatuur van het mengsel het vlampunt bereikt of overschrijdt, zal er verbranding plaatsvinden op het oppervlak van de vloeistof, maar deze zal niet blijven branden, slechts tijdelijk. Na verbranding zal er geen vlam ontstaan op het oppervlak van de vloeistof. Het vlampunt verwijst meestal naar het vlampunt van een vloeistof.
Het ontstekingspunt is de laagste temperatuur waarbij een vloeistof of gas zichzelf in stand kan houden nadat het bij een bepaalde temperatuur is ontstoken. Wanneer de temperatuur van de vloeistof het ontstekingspunt bereikt, zal het vloeistofoppervlak branden en blijven branden totdat de vloeistof verdwijnt of er onvoldoende zuurstof is. Het ontstekingspunt verwijst meestal naar het ontstekingspunt van een gas.
Daarom verwijst het vlampunt naar de vraag of een vloeistof- of gasmengsel verbranding kan produceren, en verwijst het ontstekingspunt naar het vermogen van de vloeibare of gasbrandstof om de verbranding zelf in stand te houden. In de praktijk zijn de waarden van vlampunt en ontstekingspunt uiterst belangrijke veiligheidsindicatoren, die van groot belang zijn voor productie, transport, opslag en andere gebieden.

